Getuigenis uit de installatiesector – VMH

Wim Deloof
14 mei, 2020

Hoe gaan installatiebedrijven om met de situatie rondom het coronavirus? Kunnen ze nog werken? En hoe kijken ze naar de toekomst? Kenny Maes, zaakvoerder van Chauffage Van Meerhaeghe (VMH) en tevens bestuurder bij Techlink West-Vlaanderen en lid van de sectorraad “HVAC & Sanitair” Techlink Nationaal, getuigt.

'We hebben onze activiteiten niet echt moeten stopzetten.'

‘We hebben onze activiteiten niet echt moeten stopzetten. In de loop van week 12 heb ik het uiteindelijk wel gedaan, uit eigen beweging maar voornamelijk aangedreven door de berichtgeving i.v.m. de erkende “overmacht”. Gezien het feit dat wij al jaren aan een stuk over een goed gevuld orderboek beschikken, hebben wij niet meer de vaste gewoonte om preventief “tijdelijke werkloosheid wegens economische reden” aan te vragen. In dit soort uitzonderlijke omstandigheden is het dan wachten op beslissingen vanwege de overheid. Groot was dan ook de opluchting toen op 18 maart de melding kwam dat er effectief overmacht kon worden ingeroepen (ook met terugwerkende kracht). Dat was voor mij dan ook hét signaal om op 19 en 20 maart de onderneming volledig te sluiten.

We konden dan wel overmacht inroepen maar toch blijf je op dat moment ergens hangen in een grijze zone. De sector was namelijk niet verplicht om te sluiten. Iedereen in de bouwsector mocht in principe zijn werkzaamheden verderzetten mits inachtneming van de opgelegde regels. Enkele werven werden op initiatief van de bouwheren gesloten maar wij hadden/hebben ook voldoende andere lopende werven die wél toegankelijk bleven omdat de “social distancing” wél kon gerespecteerd worden. Elke medewerker beschikt ook over zijn eigen gereedschap en voor de verplaatsing naar de werven waren er eveneens voldoende veilige opties. Ik kreeg dan ook vrij snel de vraag van enkele werkwillige arbeiders of ze de maandag erop (23 maart) terug aan de slag konden. Aangezien wij een vrij open communicatie voeren met onze medewerkers, kreeg iedereen van mij de vrije keuze. Deze omstandigheden zijn voor iedereen nieuw dus ik voelde mij dan ook niet geroepen/geplaatst om keuzes te maken in andere mensen hun plaats. Het is ten andere ook helemaal niet onze huisstijl.

 

Week 13 werd aangevat met 20% van onze arbeiders.

Onze HVAC-techniekers - die veelal bij mensen thuis op interventie moeten - kregen van mij de raad om de klanten zoveel als mogelijk telefonisch proberen te verhelpen. Desnoods m.b.v. “facetime” ed. Dat lukte eigenlijk vrij aardig. Omwille van de groeiende mobiliteitsproblematiek ijver ik daar eigenlijk al jaren voor maar de mens (en zeker de Belg) is een gewoontedier en draagt persoonlijk contact nog steeds zeer hoog in het vaandel. Op zich niks mis mee maar toch denk ik dat dit soort tele-methode(s) door de Corona-crisis wel eens in een stroomversnelling zouden kunnen terechtkomen. Zo “heb” elk nadeel ook telkens z’n voordeel. Voor de bedienden werd een beurtrol ingevoerd zodat er ten alle tijde permanentie was op bureau en er voor de rest van de dagen van thuis gewerkt kon worden.’

Hoe zie je de komende maanden?

‘Ik moet eerlijk bekennen dat ik met enige voorzichtigheid naar de (nabije) toekomst kijk. Hangende investeringen zullen misschien even in de koelkast gestopt worden maar op vlak van aanwervingen daarentegen zijn we niet van plan om op de rem te gaan staan. De technologie mag dan wel overal prominent aanwezig zijn, het menselijk kapitaal binnen de bouwsector is toch nog steeds van doorslaggevend belang. En dat is bij ons niet anders!’

‘Tot slot wens ik ook uitdrukkelijk te vermelden dat het een hele fijne vaststelling is om te zien hoeveel flexibiliteit, bereidwilligheid en vooral veerkracht er in onze sector aan de dag gelegd werd. De bouwsector is in het verleden al vaak een vrij betrouwbare barometer gebleken voor de economische toestand en ik hoop dat dit nu ook het geval zal zijn. Makkelijk zal het niet zijn, maar moeilijk gaat ook.’

Bekijk reacties ( )